Hoofdgerecht Vlees

Bœuf Bourguignon

We eten steeds minder vlees, maar dat neemt niet weg dat een stoofpotje op z’n tijd er niet ingaat. Zeker dit recept, uiteraard iets aangepast op onze smaak. Degenen die mijn blog regelmatig lezen, weten dat we een rood pepertje niet versmaden. In het originele Franse recept zit geen rode peper, maar in mijn versie wel.

Het geeft ons altijd een warm gevoel van binnen, zowel letterlijk als figuurlijk. Het aanbraden kost even tijd, maar daarna hoef je er nauwelijks meer naar om te kijken. Ik bak het zelf altijd aan in een koekenpan en doe het vlees zodra het bruin is in de braadpan. Op het eind bak je de sjalotjes en kastanjechampignons en voeg je deze toe aan de stoof. Wij aten er aardappels uit de stoomoven bij (15 minuten op 120°C). Deze waren ook supergoed, het was de eerste keer dat we ze stoomden in plaats van kookten.

Ik heb zelf veel kruiden in mijn stadstuin, waaronder uiteraard tijm. Ook mijn laurierstruik gaat al een aantal jaren mee, vers is nog lekkerder dan gedroogd!

Aantal personen

4

Ingrediënten

  • 800 gram ribrunderlappen of sukadelappen
  • 5 eetlepels olijfolie
  • 125 gram biologische spekreepjes of baconreepjes
  • 1 middelgrote ui
  • 1 teen knoflook
  • 300 gram winterpeen
  • 1 rode peper
  • 1 eetlepel tarwebloem
  • 375 milliliter volle rode wijn
  • 380 milliliter vleesfond
  • 5 gram verse tijm
  • 1 (gedroogd) laurierblaadje
  • 400 gram kastanjechampignons
  • 400 gram sjalotten
  • 10 gram verse platte peterselie

Keukenmateriaal

  • koksmes
  • snijplank
  • koekenpan
  • braadpan
  • tang
  • schuimspaan
  • keukenpapier
  • dunschiller

Bereidingstijd

 

Bereiden

Dep het vlees droog en snijd in stukken van 4 cm. Bestrooi met peper en zout. Verhit 2 eetlepels olijfolie in een koekenpan  en bak het vlees in 2 delen op hoog vuur rondom bruin. Neem het vlees met een tang uit de pan en doe het in de braadpan. Bak de spekreepjes in het achtergebleven bakvet op middelhoog vuur in 5 minuten krokant. Neem met een schuimspaan uit de pan en laat uitlekken op keukenpapier. Laat het ­bakvet in de pan.

Pel en snipper ondertussen de ui. Schil de winter­penen met de dunschiller en snijd in plakjes van een ½ cm. Pel de knoflook en snijd deze in plakjes.  Haal het steeltje van de rode peper en snijd deze in ringen. Voeg 1 eetlepel olijfolie toe aan het bakvet in de pan en fruit de ui, peen, rode peper en knoflook 5 minuten op laag vuur. Doe de bloem erbij en laat in 3 minuten al roerend gaar en goudbruin worden. Voeg het vlees, de wijn, fond, takjes tijm en het laurierblaadje toe en breng aan de kook. Laat dan met de deksel op de pan 2,5 uur op het laagste vuur stoven. Je kunt ook de pan op 120°C in de oven zetten. Roer af en toe.

Veeg na 2,5 uur de champignons schoon met keukenpapier. Pel de sjalotten, laat het kontje eraan zitten en halveer de sjalotten. Op deze manier vind je de sjalotten later nog terug in het gerecht. Verhit de rest van de olijfolie in een koekenpan op hoog vuur en bak de sjalot in 5 minuten goudbruin. Neem met een tang uit de pan. Bak de champignons in het achtergebleven bakvet in 6 min. rondom bruin.

Haal de takjes tijm en het laurierblaadje uit de bœuf bourguignon. Voeg de spekreepjes, sjalot en champignons toe, roer door en breng aan de kook. Zet het vuur laag en stoof zonder deksel op de pan nog 30 minuten zodat de bœuf iets inkookt. Breng op smaak met peper en eventueel zout. Snijd de peterselie fijn en strooi erover. Lekker met aardappels, aardappelpuree of rijst.