Uit het boek van Marlena de Blasi, 1000 dagen in Venetië, waaruit ik al eerder een recept hebt gepost, komt dit recept. Doordat je de pastei warm in de potten doet, zuigt de deksel weer vacuüm. Je kan het op een broodje of toastje smeren, ik heb het laatst geserveerd op crostini (plakken brood besmeerd met wat olijfolie 10 minuten in de oven op 200°C) met een blaadje basilicum erop, een heel goede combinatie! Altijd lekker om een potje hiervan in de koelkast te hebben staan.
Aantal potten
3
Ingrediënten
- 5 eetlepels boter
- 2 sjalotten
- 500 gram kippenlevers of van ander gevogelte
- 5 eetlepels Vin Santo of andere zoete wijn
- zeezout en zwarte peper uit de molen
Keukenmateriaal
- koksmes
- plank
- staafmixer
- 3 superschone potten met schroefdeksel of weckpotten
Bereidingstijd
10 minuten
Bereiden
Pel de sjalotten en snijd ze fijn. Snijd de kippenlevers in stukjes. Verhit de boter in een pannetje en fruit de sjalotten tot ze glazig zijn. Doe er de stukjes kippenlever bij en fruit ze 3 minuten mee, tot de stukjes aan de buitenkant gekleurd, maar vanbinnen nog roze zijn. Voeg de Vin Santo, zout en peper toe, en laat alles nog een minuut bakken. Pureer het met de staafmixer. Doe de warme massa in potten en draai de deksel er goed op. Bewaar in de koelkast.